Kunst kijken is meer zien?
Alhoewel ik die vrijdagmiddag baliedienst had, bleek bij aankomst dat er al een bekwame medewerkster zat. Ik kon nu eens als gastconservator optreden. Dat kwam goed uit toen enkele minuten later een jonge dame mij vroeg haar rond te leiden.
‘Heb je beneden al gekeken? vroeg ik. Want ik hou van onderop beginnen. Nee, dat had ze niet, maar ze wilde eerst boven aan de slag. ‘Laten we dat dan maar doen’ zei ik. We liepen kamer in en uit en het commentaar was vaak kort en krachtig. Nee, daar hou ik niet van! Die kleur groen is mij te lelijk!
Wijzend op twee driehoeken met wild: ‘Mwah’. De budha schilderijen hangend in de gang: ‘Ik hou niet van die pasteltinten. Geef mij maar primaire kleuren’. Zo liepen we van de ene naar de andere kamer en het commentaar, dat af en toe lovend en bijzonder was, bleef toch een grondtoon houden van: het is niet alles goud wat er blinkt.
Toen we naar beneden gingen om de kunstwerken te bekijken, liepen we langs het kunstwerk van Lammerink. (Lees hier de extra toelichtingvan Johan Lammerink op dit blog) ‘Daar klopt niets van zei mijn metgezellin. Ik draaide me om en vroeg: ‘waar niet van?
‘Nou kijk, de kant met de teksten zie je als eerste en omdat mensen weinig teksten zullen lezen, had het kunstwerk omgedraaid moeten worden, want dan zie je de beeldzijde als eerste en dat is de mooiste kant. Ik keek nog eens goed en was het eigenlijk wel met haar eens. Deze jongedame had een punt. Door haar kritische houding t.o.v. al het getoonde zag ze iets wat ik, al vele malen langs het werk van Lammerink lopend, niet gezien had.
Ik bedankte haar voor de kritiek en dacht aan het gezelschapsspelletje: Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet.
Rudolph Boshuizen
Uitgelichte afbeelding: Therese van Eldert
Meer blogs van Rudolph